Landwijzervisie op duurzame landbouw

Wat is duurzaamheid?

Duurzaamheid en duurzame ontwikkeling werden in 1987 door de VN-commissie Brundtland in het rapport ‘Our Common Future’ gedefinieerd als: “ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien, in gevaar te brengen”.

In de laatste decennia van de 20e eeuw groeide meer en meer het besef dat duurzaamheid niet enkel een ecologische component heeft, maar dat ook economische en sociale aspecten onontbeerlijk zijn. De wereldwijde beweging voor duurzame ontwikkeling en maatschappelijk verantwoord ondernemen is dan ook gestoeld op 3 pijlers:

  • Ecologische duurzaamheid
  • Economische  duurzaamheid
  • Sociale duurzaamheid.

 

In de bedrijfswereld werd deze beweging ondermeer bekend als de triple ‘P’ benadering:

  • People (sociaal rechtvaardig)
  • Planet (ecologisch verantwoord)
  • Profit (economisch fair).
     

In de visie die we vanuit Landwijzer hebben opgebouwd rond duurzaamheid en duurzame landbouw, volstaan deze 3 pijlers niet om te komen tot een echt langdurige draag- en veerkracht van een agro-ecosysteem in z’n ruimste betekenis.

We voelden de noodzaak om er nog 2 pijlers aan toe te voegen en komen zo tot 5 fundamentele pijlers bij de ontwikkeling van duurzaamheid in de biologische en biodynamische landbouw.

5 fundamentele pijlers voor duurzame en kwalitatieve landbouw

Ecologisch

Uiteraard is er allereerst de ecologische pijler. Dat gaat over:

  • de zorg voor bodemvruchtbaarheid, kringlopen, bio-diversiteit, preventie, gezondheid,
  • de aandacht voor milieuaspecten op het vlak van energie, watergebruik, afval, transport, bouwbiologie, en het beperken van de ‘ecologische voetafdruk’ van elke activiteit in en rond de landbouw (o.a. voedselkilometers),
  • de integratie van landbouw, natuur en landschap binnen het agro-ecosysteem,
  • de zorg voor evenwichtige en coherente levensprocessen en levenskrachten.

Economisch

Er kunnen geen duurzame ecologische processen bestaan zonder een ondersteunende duurzame economisch pijler. Hierbij gaat het over:

  • de ontwikkeling van een associatieve (afspraken-)economie,
  • het maken van teelt- en prijsafspraken doorheen de keten, opdat vraag en aanbod zoveel mogelijk op elkaar zouden worden afgestemd (rekening houdend met seizoensafhankelijkheid in de landbouwproductie) en verspilling wordt tegengegaan,
  • het verzorgen van communicatie en uitwisseling doorheen de hele keten van producent tot consument en omgekeerd, zodat de prijsvorming transparant en fair verloopt,
  • het ontwikkelen van bewustzijn in de tussenhandel, namelijk dat handel en distributie tot taak hebben te bemiddelen en af te stemmen,
  • het realiseren van kostendekkende marktprijzen,
  • het maken en doorvoeren van onderscheid tussen arbeid en inkomen,
  • de waardering van de “niet-economische” functies van de landbouw.

Sociaal

Bij economische duurzaamheid hoort onlosmakelijk een sociale pijler. Daarbij gaat het over:

  • de zorg voor duurzame, zinvolle, veilige en ergonomische tewerkstelling,
  • een gezonde afstemming van de relatie tussen gezin (privé-leven) en bedrijf,
  • de wisselwerking en synergie tussen landbouw en gemeenschapsvorming,
  • de toenadering tussen stad en land,
  • op mondiale schaal de Noord-Zuid relaties,
  • het behoud van de mensenmaat in de landbouw, zowel op bedrijfs- als op sectorniveau,
  • de verbreding in de landbouw door integratie van sociale zorg, recreatie, educatie, herbronning, … . 

Rechtskundig of juridisch

Bij die 3 pijlers stopt het dus niet. De landbouw is immers een kapitaalsintensieve sector die met een belangrijk natuurlijk kapitaal werkt (landbouwgrond met bijhorende landschapselementen), maar ook een aanzienlijk kapitaal aan infrastructuur (gebouwen, stallen, tunnels en serres) en machines heeft. Landbouw wordt op vele plaatsen ter wereld al duizenden jaren bedreven en zal ook nog lang moeten kunnen doorgaan. Telkens moet het kapitaal (grond, gebouwen, …) van generatie op generatie worden doorgegeven en daar zijn ook duurzame eigendoms- en rechtsvormen voor nodig. Bijgevolg is ook een juridische of rechtskundige pijler onmisbaar in functie van een duurzaam landbouwsysteem. Op dit vlak gaat het om:
  • de ontwikkeling van nieuwe vormen van grondbezit en grondbeheer als gemeen-goed (commons) waardoor een nieuwe maatschappelijke vorm ontstaat om de generatieoverdracht in de landbouw te faciliteren zonder het hele kapitaal telkens opnieuw te financieren met een enorme (financiële) roofbouw als gevolg,
  • het ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsvormen (binnen het bedrijf, tussen bedrijven en tussen boer en consument),
  • ingrijpende vernieuwing in beleid en regelgeving met (burger)participatie als uitgangspunt,
  • de vernieuwing in de controle-mechanismen, gebaseerd op vertrouwen en op participatieve garantiesystemen. 

Visionair

En tot slot is al die duurzaamheid niet mogelijk als er niet een overkoepelende, holistische visie is die richting geeft aan het geheel. Dat is de visionaire pijler:

  • de verdere ontwikkeling van de systeem-ecologische en globaal-ecologische benadering (zie gelaagdheid in de biolandbouw),
  • de brede maatschappelijke reflectie op de grondhoudingen van de mens tav natuur en landbouw,
  • de daadwerkelijke verbinding tussen landbouw (zorg voor het leven) en levensbeschouwing,
  • de herwaardering van de cultuurdragende functies van de landbouw in de maatschappij.

Gelaagdheid in de biologische landbouw

Geruime tijd geleden werd door het Nederlandse Louis Bolk Instituut, een gerenommeerd onderzoeksinstituut voor biologische en biodynamische landbouw, een onderzoek uitgevoerd naar de invulling en het belang van het begrip ‘natuurlijkheid’ in de biologische landbouw. Heel wat biologische boeren werden bevraagd naar hun persoonlijke invulling van het begrip 'natuurlijkheid', waarvan men algemeen aanneemt dat het een cruciaal kenmerk is van de biologische landbouwbeweging, namelijk het streven naar een landbouw die respect betoont voor natuurlijke processen. Vanuit dit onderzoek werd een drieledige gelaagdheid zichtbaar in de wijze waarop men in de biolandbouw natuurlijkheid, heelheid en samenhang invult.

Landbouw of agri-cultuur is hoe dan ook het in cultuur brengen van de natuur voor menselijke doeleinden. De landbouw kan dus nooit geheel natuurlijk zijn. Niettemin zijn er stromingen in de landbouw die toch zeer vergaand pogen om natuurlijke ecosystemen na te bootsen. Zij slagen erin om een hoge productiviteit per oppervlakte-eenheid te realiseren, maar worstelen anderzijds wel eens met de arbeidsefficiëntie van het systeem.

In deze gelaagde visie op de biologische landbouwbeweging beschouwen we vooral die systemen die in staat zijn om op professionele wijze (ecologisch, economisch, sociaal, juridisch en visionair) duurzaam en autonoom te functioneren.
En bovendien wordt in toenemende mate rekening gehouden met niet enkel de materiële, maar ook de immateriële aspecten van landbouw en voeding. Deze 3 lagen kunnen we kort als volgt omschrijven:

1. Laagdrempelige biolandbouw:

  • de wettelijke minimumnormen van het EU bio-lastenboek als richtlijn,
  • geen chemische middelen (kunstmest & bestrijdingsmiddelen),
  • biologische teeltmaatregelen worden vaak gezien als vervanging van gangbare technieken (bijv mechanische of biologische bestrijding ipv chemische bestrijding),
  • de ecologische principes worden hoofdzakelijk toegepast op teeltniveau.

2. De eco-systeembenadering:

  • gebaseerd op kringlopen, samenhang, interactie en biodiversiteit vanuit een systeem-ecologische visie op mens en natuur die ook sociaal en economisch duurzaam is,
  • de ecologische principes worden op bedrijfsniveau gerealiseerd,
  • biobedrijven die dit nastreven creëren een biolandbouw met meerwaarden, bovenop de wettelijke minimumnormen.

3. De globaal-ecologische benadering:

  • omgang met landbouw, voeding, landschap en de mens vanuit respect voor de integriteit van het leven en een holistisch geïnspireerd denken en handelen,
  • in deze visie op biolandbouw maakt ethiek een essentieel onderdeel uit van de landbouwpraktijk en wordt de landbouw in de ruimste zin in de context van z’n hele omgeving geplaatst,
  • de ecologische visie wordt hier naar een globaal niveau getild.

 

Deze drieledigheid vertaalt zich niet enkel in HOE biobedrijven produceren, maar vertaalt zich vaak ook in het soort consumenten, voor WIE het bedrijf teelt en de afzetkanalen waar die consumenten hun bioproducten kopen.

Aangezien de opeenvolgende lagen ook vrijwillige extra inspanningen met zich meebrengen, zijn zij ook enkel mogelijk mits een aangepaste prijsvorming en participatie van de consument. Daarom is het vaak zo dat globaal-ecologisch geïnspireerde bedrijven hun producten meer via de korte keten vermarkten en dat laagdrempelig werkende biobedrijven hun producten vaker via de lange keten afzetten.

Deze gelaagdheid wordt ook zichtbaar in de manier waarop de kwaliteit van de bedrijfsvoering wordt gecertificeerd, gecontroleerd en gecommuniceerd met de consument, dus in de labeling en controle.

Onze visie in de praktijk

Op basis van bovenstaande 5 duurzaamheidspijlers geven we invulling aan onze opleiding en vormingen voor de biologische en bio-dynamische landbouw. Zo verbinden we telkens de ecologische, economische en sociale aspecten van de praktijk op het biologisch landbouwbedrijf, met elkaar. Extra aandacht geven we bovendien aan de juridische en visionaire pijlers. Daarom hebben we aandacht voor nieuwe samenwerkingsvormen en eigendomsstructuren in de landbouw en bieden we ook de biodynamische visie aan, die vertrekt vanuit een holistisch mens- en wereldbeeld.
We erkennen daarbij ook de beschreven gelaagdheid in de biologische beweging en wekken bij onze cursisten bewustzijn voor de diversiteit in diepgang die daardoor ontstaat. Vanuit de brede maatschappelijke belangstelling voor biologische landbouw is daar nog weinig aandacht voor. We passen deze visie niet enkel toe in onze vormingsactiviteiten, maar ook in de bijdragen die we hebben geleverd aan de ontwikkeling van nieuwe initiatieven in de bio-beweging, bijvoorbeeld door actieve ondersteuning van de opstart van het CSA-Netwerk en De Landgenoten.