Michiel: “Boeren vind ik nog plezanter dan natuurbeheer”

Natuurbeheer en landbouw

Michiel De Koster (22 jaar) zit in het tweede jaar van het Leertraject Bio- & BD-landbouw van Landwijzer. In het middelbaar volgde hij natuur- en groentechnische wetenschappen en nadien een bachelor groenmanagement-natuurbeheer. In zijn laatste jaar groeide zijn interesse in de landbouw: “Ik besefte dat natuurbeheer 50 jaar geleden landbouw was, zoals het hooien en elke akker die omzoomd was met kleine landschapselementen, die door boeren werden onderhouden. Alle natuurbeheertechnieken zijn ook landbouwtechnieken. Ik ging soms meehelpen bij een bioboer in de buurt, en genoot daarvan. Ik wilde meer ervaring in de landbouw, om die nog beter te begrijpen, en zo nog beter aan natuurbeheer te kunnen doen. Biolandbouw, die natuur en landbouw het meest verzoent, leek dan een logische keuze.”

En zo besloot Michiel, met zijn diploma natuurbeheer op zak, om in september 2018 het leertraject van Landwijzer te starten om zijn kennis en ervaring in de landbouw te vergroten: “Een grote meerwaarde van Landwijzer die ik direct ervaarde, is dat het de biowereld voor je opent. Ik leer zoveel mensen kennen, zoals stageboeren die me weer in contact brengen met de juiste mensen, of een adviseur die ik ontmoette op mijn stagebedrijf. Mensen hebben snel vertrouwen in je als je Landwijzercursist bent. Ik hou van contacten leggen en een netwerk opbouwen. En het mooie is dat ik nu die contacten in de biosector kan verbinden met mijn contacten in natuurbeheer en de natuurbeweging.”

“Door de praktijkervaring tijdens mijn stages, werd het me in het eerste jaar van het leertraject al duidelijk: al vind ik natuurbeheer heel plezant, ik wil boer worden! Vooral omdat ik er veel plezier aan beleef, dat is het belangrijkste en ik hou van het efficiënt werken en de uitdagingen die het boeren met zich meebrengt.”

Vertrouwen van de stageboer

Michiel wou ervaring opdoen in alle takken van de landbouw, en startte zijn eerste stage in de akkerbouw omdat dit het dichtst aanleunde bij zijn ervaring met grover werk in het natuurbeheer: “In de akkerbouw leerde ik hard werken en doordoen, efficiënt denken en werken, en zien wat de impact van bepaalde keuzes op grote schaal is.
Door de vraag of ik vorige zomer op een bloemenbedrijf wou werken, maakte ik ineens een grote sprong van de grove teelten naar de heel fijne. Ik leerde er kijken - Wat is een kwaliteitsvolle bloem? Is de stengel recht genoeg? Wanneer is ze oogstrijp? -, gefocust en zorgvuldig werken, en ervaren dat dit fijne werk me ook erg ligt. Dat ik naast de stages elders, op dit bedrijf als plukkaarter kan werken, was heel welkom: zo kon ik deels mijn eigen inkomen verdienen én ondertussen meer ervaring opdoen in de landbouw.
Mijn stageboer op een groenteteeltbedrijf vertrouwde me van dag één zijn tractor toe. Bij zo’n groot vertrouwen, leer ik het meest. Hij leert me ook keuzes maken in functie van wat je graag doet en mooi vindt. Dat hij bijvoorbeeld geen netten gebruikt over de kolen tegen het koolwitje, omdat hij er een hekel aan heeft, maar het koolwitje weert door hard in te zetten op diversiteit op het veld en in de bloemenweide, inspireert me. Zeker omdat hij het combineert met veel aandacht voor kwaliteit en efficiëntie. Dat heb ik steeds vooropgezet bij mijn keuze voor mijn stageplaatsen.”

“Door deze praktijkervaring, werd het me tijdens het eerste jaar van het leertraject al duidelijk: al vind ik natuurbeheer heel plezant, ik wil boer worden! Vooral omdat ik er veel plezier aan beleef, dat is het belangrijkste en ik hou van het efficiënt werken en de uitdagingen die het met zich meebrengt. Zelf verantwoordelijk zijn, past beter bij me, en dat is makkelijker in de landbouw. Al heb ik tijdens de stages ook veel geleerd over samenwerken en welke sfeer me goed doet, waardoor ik samenwerken niet uitsluit, maar dan wel als gelijkwaardige partners!”
 

“Ik kan mijn eigen weg gaan binnen het leertraject, en bewuste keuzes maken voor efficiëntie, kwaliteit en hard werken. Je eigen weg gaan, en soms zoeken, wordt ook aangemoedigd, en zit ingebakken in de aanpak van het leertraject.”

Efficiëntie en kwaliteit

“Toen ik twijfelde om het leertraject van Landwijzer te volgen, kreeg ik veel positieve reacties en aanmoediging, maar ook kritiek te horen, vooral op de kleinschaligheid van CSA-bedrijven en op het mysterieuze van de biodynamische landbouw. Sommige Landwijzer-medecursisten vinden gemeenschap, educatie en het veranderen van de wereld even belangrijk als het boeren zelf, en zo zijn er ook stagebedrijven. Voor mij is dat anders. Maar ik kan mijn eigen weg gaan binnen het leertraject, en bewuste keuzes maken voor efficiëntie, kwaliteit en hard werken. Je eigen weg gaan, en soms zoeken, wordt ook aangemoedigd, en zit ingebakken in de aanpak van het leertraject.
Ik heb bij Landwijzer ook geleerd dat grootschaligheid in de biolandbouw kan.
Een deel van de lessen in het eerste jaar, waren eerder herhaling voor mij met mijn achtergrond. Andere lessen waren dan weer helemaal nieuw. Nu in het tweede jaar geniet ik van de verdieping in de landbouwgerelateerde lessen.

 

Goed gevoel

“Op voorhand dacht ik ook dat de biodynamische landbouw niet mijn ding was. Maar ik las ondertussen artikels over de effecten van biodynamische landbouw en dat gaf me een goed gevoel. Hierdoor kon ik me openstellen voor biodynamische praktijken, en ervaar ik dat goed gevoel nu ook als ik het enthousiasme en de ervaringen hoor van biodynamische boeren, of als we bekijken hoe biodynamische werkwijzen de kwaliteit van de bloemen en zaden nog zouden kunnen verbeteren.”

“Ook voor de intervisie heb ik me leren openstellen. In groep praten over mijn persoonlijke vragen, dat is eigenlijk niets voor mij. Maar mijn laatste intervisie was de max! De setting, de medecursisten, de begeleiding, het klopte allemaal. En zo voegden zij veel interessants toe aan mijn vraag: ‘Wil ik verder met koeien, bloemen of groenten?’ 

Ik wil bouwen aan mijn toekomst in de bloementeelt. Ik beleef er het meest plezier aan en de nichemarkt van de biologische bloementeelt daagt me uit.  Ook de samenwerking met de bloemenboerin waar ik nu bij werk, is heel fijn, en we bekijken hoe we die toekomst binnen het bedrijf Fleur-Couleur vorm kunnen geven. Het laatste half jaar van de opleiding wil ik dan ook graag die plannen verder uitwerken.
Ik ben blij met mijn verschillende studies, ik zou het zo opnieuw doen. En anders dan eerst gedacht, neem ik nu mijn inzichten, contacten en ervaring uit het natuurbeheer, en de ‘onderzoekersblik’ die ik daar ontwikkelde, mee in de manier waarop ik boer.”