Een inkijk in de stagepraktijk: Lien op CSA Rawijs

In het kader van het leertraject Bio- & BD-Landbouw loopt Lien stage op CSA Rawijs in Lochristi. In haar tweede jaar koppelt ze die stage aan haar verdiepend werkstuk. Zo ontstond het idee om een braakliggend stuk grond in de serre om te toveren tot een eetbare binnentuin, een permanent stukje in de eenjarige landbouw van het bedrijf. 

Hieronder beschrijft Lien hoe het idee tot stand kwam. Met zin voor experiment, met frustratie en euforie, met gelukzaligheid bij het aanplanten en steun van een warme omgeving is er een mooie plek gecreëerd. Een plek waar de deelnemers van Rawijs elkaar kunnen ontmoeten, waar er tijd is voor een gezellige babbel, een rustig moment en plezier na het harde veldwerk.


 

Van koersfiets tot stadsfiets, ik hou van fietsen. Het onderweg zijn, het verdrinken in gedachten, muziek in je oren en ongegeneerd meezingen, rondkijken, alleen zijn maar toch niet helemaal, een vriendelijke groet van een knappe onbekende tegenligger. Welja, van fietsen word ik gelukkig. Zo fiets ik al 1 jaar en 9 maanden doorheen alle seizoenen vanuit Ledeberg, langs de Schelde, via Destelbergen naar mijn stageplaats CSA Rawijs in Lochristi.

Lochristi, het dorp van de sierteelt. Als je Lochristi binnenfietst is het eerste wat je ziet serres, héél véél serres. Persoonlijk niet het uitzicht dat ik verkies, maar als je in de serre staat en alles daarbuiten eventjes wegdenkt, kan ik enorm genieten van deze glaswinkel. De baarmoeder van het bedrijf. Ik hou van het zonlicht dat binnenschijnt bij valavond, de eerste dag in blote armen wanneer het buiten nog net iets te koud is. De structuur, rechtlijnig en statisch, het heeft iets koel, iets imposant, maar wat zich daarbinnen afspeelt is fragiel, zacht, integer, vraagt zorg.

Het 2de jaar van het Leertraject Bio- & BD-Landbouw van Landwijzer gaat gepaard met het schrijven van een verdiepend werkstuk. Mijn denkproces startte in april 2020 in de serre van Rawijs, een voormalig azalea-bedrijf. Een klein stukje serre, van 833 m2, lag braak en juist dat perceeltje liet me dromen. Het gaat over een perceel dat sinds 1981 niet meer werd beteeld. In 2014 werd deze bodem voor het laatst voorzien van een watergift. We kunnen dus spreken van een arme verwoestijnde bodem.

Het idee om met dit perceel aan de slag te gaan groeide. De maanden verstreken, maar we zaten niet stil. Er werden schetsen gemaakt en plannen getekend. Met deze schetsen en een ambitieuze vraag onder de arm trok ik in september 2020 naar mijn stageboeren. Ik stelde hen de vraag of ik het stukje verwoestijnde bodem onder handen mocht nemen. Ik kwam met het voorstel van een eetbare binnentuin. De kogel was door de kerk, ik kreeg het antwoord waarop ik had gehoopt. Het was een swipe naar rechts, een match uit de duizend. Het thema van mijn verdiepend werkstuk lag, bij titel, vast: Een realisatie van een braakliggende serre naar een eetbare binnentuin, een permanent stukje in onze eenjarige landbouw. 

Het opzet: een diverse plek creëren. Een arme bodem terug leven inblazen, de biodiversiteit verhogen en microklimaten installeren die het ecosysteem ondersteunen. Maar vooral, een plek waar de deelnemers van Rawijs elkaar kunnen ontmoeten, waar er tijd is voor een gezellige babbel, een rustig moment en plezier na het harde veldwerk.

Oktober 2020, we gingen van start. De tractor kwam voor het eerst maar direct ook voor het laatst de serre binnen. We voerden slechts  één grondbewerking uit. We gingen met de actisol door de bodem. Er werd winterrogge ingezaaid en de serre werd opnieuw voorzien van water. Een grote lading (blad)compost werd aangevoerd.

De fase van zonering: bestaande zones werden opgewaardeerd, anderen werden nieuw gecreëerd. Een kippenhok werd een écht kippenbos,  een oude pipowagen werd verbouwd tot een bureau, er werden compromissen gemaakt met boer Alex: ik mijn binnentuin, hij zijn petanquebaan. De serre werd voorzien van enkele vijvers, een gezellige kachelhoek en een open plek. De zoneringsfase liep parallel met de aanplantingsfase. We maken een eetbare binnentuin in een serreklimaat dus hebben we voornamelijk ingezet op meerjarige mediterrane en tropische planten.  

Landwijzer hanteert het leerprincipe ‘Neem je eigen leerproces in handen’. Wel, ik kan besluiten dat ik afgelopen jaar de zaken in handen heb genomen. Meer zelfs, ik durf te zeggen dat ik afgelopen jaar heb geknald. Ik gaf mezelf voor mijn 30ste verjaardag het mooiste cadeau en ging voltijds voor de Landwijzer-opleiding. Ik ben afgelopen jaar uit mijn comfortzone getreden. Ik heb geprobeerd, geobserveerd maar vooral geëxperimenteerd. Ik vroeg bij opstart van de eetbare binnentuin een begeleiding aan op De Verwildering. Ik liep parallel met mijn verdiepend werkstuk stage in voedselbos De Woudezel. Diderik, de boer van het bos, is een bron van inspiratie. Ik hou van zijn tegendraadse strijdvaardigheid, zijn gezonde portie durf en geloof, zijn hart vol liefde en een hoofd vol kennis. Daarnaast ging ik op prospectie naar De Warme Meente en de plantentuin in Meise om mijn plantenkennis uit te breiden. Ik heb gelezen en opgezocht. Mezelf verdiept in de ontwerpprincipes van een voedselbos en geprobeerd om deze, kleinschalig, toe te passen in onze eetbare binnentuin. Ik ben gestart aan een proces om een arme verwoestijnde bodem in een betere conditie te brengen door zoveel mogelijk te werken met meerjarige planten en zo min mogelijk grondbewerkingen uit te voeren. Ik heb een ontwerp uitgetekend met zoneringen en aanplantingslagen met als doel onze bodem zoveel mogelijk te bedekken en te beplanten.

Ik leerde mijn visie, als toekomstige boerin, op landbouw ontwikkelen en wat ik hierin belangrijk vind. Ik kreeg de mogelijkheid om te experimenteren met deze waarden en normen. De zorg voor de bodem, de juiste plant op de juiste plaats, theorie omzetten in praktijk en deze kunnen observeren en evalueren. Ik heb leren kijken en voelen, geduld uitgeoefend door te denken, tekenen, herdenken en hertekenen.

Ik ben mezelf tegengekomen. Ik heb me gefrustreerd in ‘mislukkingen’ en in sommigen beslissingen van anderen. Maar eveneens euforie en verwondering gevoeld bij bladcompost en de eerste regenworm. Gelukzaligheid bij het aanplanten en het warme gevoel bij het creëren van iets moois.

Ik heb geleerd dat ik in een samenwerkingsproces mijn perfectionisme soms aan de kant moet schuiven en dat het leerproces belangrijker is dan het resultaat. Soms is ‘goed’ ook goed genoeg.

Ik heb leren boren en bricoleren van de beste, met een kettingzaag leren werken en een petanquebaan aangelegd in het zuiderse Lochristi. Ik heb mijn liefde voor dieren op een boerderij ontdekt door stage te lopen op de Woudezel. We creëerden een bos voor onze kippen, want daar horen ze thuis.

We voerden zo weinig mogelijk bodembewerkingen uit, zodat het bodemleven dat we proberen op te bouwen niet verstoord wordt.

We willen onze cirkel in de eetbare binnentuin in de toekomst sluiten. Het organische materiaal dat onze beplanting zal produceren en achterlaten, willen we gebruiken om te mulchen of inzetten als bodembedekker. Het is een bron van voedsel voor onze kleine, oh zo belangrijke, vriend, de regenworm. Maar zo beschermen we eveneens onze bodem tegen onkruiden en de warme temperaturen tijdens de zomer.

De eetbare binnentuin is een dynamisch en onafgewerkt proces. Het resultaat is nog pril, maar mag gezien worden. Waar er in oktober 2020 een schrale bodem lag, groeien nu bomen, struiken, kruiden en bloemen. Van abrikozen tot zelfopgekweekte citroenboompjes, van passievrucht tot een aardbeienboom, van een ananasguave tot erwtenstruiken.

Na bijna twee jaar Landwijzer luidt vanuit mijn omgeving: ‘Nu moet je het toch wel weten?’ Welke boerin wil je worden? Welke teelt ligt je het nauwst aan het hart? In welk bedrijf wil je terecht komen of wil je zelfstandig ondernemen? Op heel wat vragen ken ik het antwoord, maar op heel wat vragen ook niet, waaronder: ‘Welke teelt ligt je het nauwst aan het hart?’. Ik weet het niet. Ik hou van de verscheidenheid van een gemengd bedrijf. Ik hou van bloemen, het snoeien van kleinfruit, de verwerkingsprocessen, het oogsten van een bloemkool, het aanplanten van bomen en het verzorgen van de eerste lammetjes. Ik weet het dus écht nog niet, maar wat ik wel weet is dat ik in de eerste plaats een boerin wil worden van de bodem. De eerste les bij Landwijzer start met een les bodem, voor mij is dit een les dat nooit zal stoppen.

Ik fiets graag nog wat verder. Ik zie wel. Ik kom wel op mijn poten terecht.

Ik hou van…  een lange tafel, het aansnijden van een vers brood, vuile handen en knieën, het samen eten en samenzijn. Het dragen van laarzen, het verdelen van taken, het harde werk en het mogen meedenken. Ik heb de afgelopen twee jaar, het voorrecht gehad om verwelkomd te worden door warme mensen op warme plekken. Merci aan Marieke, een vrouw in haar kracht. De warmte die jij installeert binnen je gemeenschap is bewonderingswaardig. Merci Diderik, de boer van het bos, jij laat mij anders denken en anders kijken. Merci aan Alex en Linda, achter elke sterke boerin, staat een sterke boer en visa versa, wat een duo, wat een trots. Alex, de boer aan je zijde en Linda, de motor van zorg. Een dikke merci voor deze uitmuntende kans, het vallen en opstaan, de zorg en de liefde. Mijn tweede thuis. En tenslotte mijn klasgenoten, merci voor jullie openheid tijdens de intervisies, de babbels terloops, mijn stagemakkers door weer en wind, de vele reflectiemomenten, jullie kritische vragen en de juiste woorden op het juiste moment. Ik hou van… JULLIE!

 

Foto's en tekst: Lien Bossant
Lien zit in het
 tweede jaar van het leertraject biologische en biodynamische landbouw in Gent. Voor meer info over de opleiding, neem een kijkje op https://www.landwijzer.be/vorming/leertraject-biolandbouw

Naar overzicht nieuwsbrief mei 2021