Een inkijk in de stagepraktijk: Marieke - De Boerencompagnie

Ipomoea Batatas - Zoete aardappel

Het is april. Ik vraag aan mijn stageboer of hij nog een teelt weet die ik kan opvolgen, in functie van mijn eerste jaar stage. Hij weet het meteen: zoete aardappel. Dat heeft hij nog nooit gezet en er is tegenwoordig wel vraag naar. Super, denk ik, en ik ga meteen aan de slag.

Ik fiets naar een buurboerin verderop die ervaring heeft met het telen van zoete aardappel op een csa. Op haar tip informeer ik eens bij het PCG in Kruisem of ze nog slips over hebben, want mijn boer had deze niet besteld in het najaar.

Eind mei krijg ik eindelijk bericht dat het proefcentrum nog slips en wat plantgoed heeft, nadat ze zelf hun proefbedden hebben volgezet. Diezelfde ochtend nog, op mijn vrije dag, spring ik in de auto en rijd naar Kruisem. Ik haal zo’n 400 slips en plantjes van wel 7 verschillende soorten zoete aardappel en rijd linea recta naar mijn stageplaats alwaar ik samen met de boer, die ik telefonisch al had verwittigd dat ik eraan kwam met kwetsbare stekjes zodat hij alvast ruggen kon trekken, de slips schuin in de ruggen steek en aangiet met water.

Ik attenteer mijn stageboer er af en toe op dat er weer onkruid staat en vraag subtiel of we niet eens moeten water geven met het warme weer. Uiteindelijk heeft hij zelfs t-tape gelegd (de plantjes staan buiten). Tussen al het werk in de zomer is het soms een beetje aanvoelen als stagiaire wanneer er tijd is voor ‘mijn’ teelt. Maar we maken ons niet al te druk over onkruid en water, de zoete aardappel is afkomstig uit Mexico en hij moet hier eerst maar eens bewijzen dat ie zelf op zoek kan gaan naar water diep in de aarde.

Bij mijn laatste onkruidactie, het is intussen half september, ontdek ik zowel een uiterst teer roze bloempje als… jawel een dikke, oranje knol die wat boven de grond uitsteekt. Eureka! Ik steek voorzichtig van elke soort een plant uit. 5 van de 7 soorten hebben mooie, dikke aardappelknollen. Ik ben verrukt en laat fier mijn bataatjes zien aan iedereen die voorbij komt.

De volgende week houden we een smaakproef. We vinden ze eigenlijk allemaal best lekker. Niet bloemig, maar ook niet super zoet. De soort Tainung en Burgundy zijn iets verfijnder van smaak. Dan komen we toevallig een heuse kenner tegen die zoete aardappel aankoopt voor zijn winkel. Hij haalt me uit de illusie dat we hier in Belgie ook net zo goed de beste zoete aardappels kunnen telen. Uit zijn ervaring blijkt dat je ze hier wel prima kunt telen, op grote schaal zelfs, maar dat de lekkerste, en dus echt zoetste aardappels toch nog steeds uit Spanje of Portugal komen, gewoon omdat die nu eenmaal meer zonuren hebben dan wij.

Ik overleg telefonisch met mijn contact op PCG of het al kan dat de aardappels nu al klaar zijn, want normaal gezien oogst je pas in oktober, voordat de temperatuur onder de 10°C zakt. Ze zegt dat er al op meerdere plaatsten vroeger geoogst wordt, vanwege de warme zomer. Omdat we de csa-leden nog niet toevertrouwen met deze nieuwe oogst en mijn stage deze maand afloopt en omdat we er gewoon zin in hebben, oogsten we zelf (ik, Charlotte mijn stagemaatje, de boer en zijn bloem van een zoontje) de volgende week alle twee de ruggen, zo’n 150 meter. We leggen alles per soort in kisten en stallen ze uit als in een winkeltje. Helaas proeven de ratten als eerste van de nieuwe bataat, zodat we ze nog verhuizen naar een meer beschutte plek.

Ik ben benieuwd of mensen de zoete aardappel kunnen smaken. Wellicht hoor ik dat nog wel via Charlotte. Nu rest mij nog, om de kringloop rond te maken: een plan voor het opkweken van eigen slips. Dat zou echt mooi zijn. Binnenkort spreek ik nog eens af met de buurtboerin waar ik aanvankelijk de eerste aanwijzingen kreeg. Ik weet al wel dat je officieel, indien je verkoopt, enkel de soort Beauregard mag vermeerderen. En raad eens: die soort hebben we ook gezet, dus we kunnen lekker gaan kweken! Nog een beetje klimaatopwarming erbij (dat heb ik trouwens al geregeld met meneer Trump en co.) en we krijgen ze vast zo zoet als in…Mexico?