Een inkijk in de stagepraktijk: Majo op Plukberderij Grondig

Voor Majo was de boerderij van zijn grootouders zijn tweede thuis. Als kind werkte hij al liever mee op het veld dan op de schoolbanken te zitten. Deze herinneringen werden bepalend voor zijn deelname aan het Leertraject Bio- & BD-Landbouw bij Landwijzer. Na zijn opleiding tuinbouw ging hij als tuinarchitect aan de slag. Toch miste hij iets essentieels. Hij ging op pad en trok een VZW die in Nepal landbouwgemeenschappen ondersteunde. Na enkele jaren werd de drang om iets met landbouw te doen sterker. In het kader van de opleiding loopt hij momenteel stage bij Grondig. Deze biologische plukboerderij in Heusden start zijn eerste seizoen op 1 april. 


 

Toen ik midden 2020 aankondigde een opleiding bio- en biodynamische landbouw te starten bij Landwijzer varieerden de reacties van verwonderde blikken tot fijne, enthousiaste aanmoedigingen. Op je 42ste (opnieuw) dromen van een loopbaan in de landbouw is dan ook niet zo evident.

De landbouwsector is echter geen complete vreemde voor mij. Mijn grootvader langs moeders kant was een ‘traditionele’ landbouwer in Sint-Kruis bij Brugge. Die boerderij was mijn tweede thuis. Wekelijks gingen we er meerdere keren langs om verse groenten, melk, eitjes, vlees en andere boerderijproducten. Als we langs de melkstal passeerden spoot Pépé, die altijd met de hand melkte, de melk drie meter ver tot tegen ons kuiten. Ook als we als kind ziek waren werden we er altijd opgevangen door Tante, de inwonende zus van mijn grootvader, die ons altijd omringde met de grootste zorgen. De verwennerijen waren zelfs zo groot dat we al eens de thermometer op onze jeansbroek een beetje bij durfden warmen om toch maar een extra ‘ziektedag’ op de boerderij te kunnen doorbrengen in plaats van op de schoolbanken. Toen we groter waren hielpen we ook mee op de boerderij. Aardappelen rapen op het veld, kippen slachten, assisteren bij de kalvingen, met paard en kar de voederbieten van het veld gaan halen, eitjes rapen, … hulp was immers altijd welkom. De koeien werden niet meer geslacht op de boerderij zelf maar de volledige verwerking gebeurde wel onder instructies van de slager in het oude huis (de vroegere boerderij van mijn overgrootouders die zoals toen vaak gebeurde, gewoon was blijven staan met het nieuwe huis ervoor). ‘s Avonds ging ieder gezin, afhankelijk van de gezinsgrootte, met of 1/16, 1/12 of 1/4 van een koe naar huis om in te vriezen.

De boerderij was niet alleen een tweede thuis voor alle kleinkinderen maar vormde ook een gemeenschap in het dorp. Altijd was er wel iemand die iets kwam kopen of zat er iemand in de achterkeuken een ‘dreupel’ te drinken en de nieuwtjes te bespreken. Dit gemeenschapsgevoel verdween jammer genoeg met de jaren meer en meer op de achtergrond en eindigde bijna volledig toen ook de landbouwactiviteiten stopten.
Mijn grootvader was waarschijnlijk geen echte ‘bioboer’. Ergens herinner ik mij nog wel de lichtblauwe kast gevuld met producten met onleesbare etiketten die wel eens gebruikt werden op het veld, maar hij had zeker en vast belangrijke en zelfs ecologische principes. Hij is nooit meegegaan in de rush van de schaalvergroting, de grote investeringen en de mechanisatie waar anderen wel in mee gestapt zijn.

Ik vertel dit verhaal uit mijn jeugd omdat het een belangrijk onderdeel van mijn keuze voor dit leertraject is. Ik heb altijd het gevoel gehad dat boeren een deel van mijn leven was maar in die tijd was boeren of landbouwer zijn iets waar je uit moest geraken, niet iets waar je nog mee kon beginnen. Het werd misschien niet expliciet of bewust gezegd maar de boerenstiel, zeker op de manier van mijn grootvader, was volgens velen op sterven na dood. Mijn grootouders hebben er zelf alles aangedaan om hun kinderen verder te laten studeren. Enkel de oudste zoon is veearts en zelf landbouwer geworden. Maar een kleinkind die de oude boerderij zou overnemen en zou verder boeren? Dat kwam simpelweg in niemand op.

Ik ben uiteindelijk vanaf de tweede helft van mijn middelbaar tuinbouw gaan studeren met de bedoeling tuinarchitect te worden. Dat was een job die dicht bij de natuur lag en toch een voortgezette opleiding. Ik heb er ook een aantal jaar in gewerkt maar miste toch iets essentieels dat ik toen niet kon vatten. Waarschijnlijk trok ik daardoor al snel op pad, onder meer naar Azië waar ik opnieuw regelmatig met verschillende vormen van landbouw in aanraking kwam: agroforestry, permacultuur… Mijn vriendin en ik trokken enkele jaren samen met vrienden een kleine VZW Chautaara die organisaties in Nepal ondersteunde. Deze organisaties waren opgericht door Nepalezen zelf en sterk ingebed in de gemeenschappen waarvoor ze zich inzetten. Eén van die organisaties was ISARD (meer info hier en hier). ISARD ziet landbouw in combinatie met coöperaties als middel tot emancipatie, ontwikkeling en zelfredzaamheid van de kleine, zeer arme gemeenschappen in de heuvels en bergen ten noordoosten van Kathmandu. Zij doen dit, net als Landwijzer, door het geven van langdurige opleidingen gecombineerd met stages op een proefboerderij. Bij veldbezoeken in de regio Sindhupalchowk werd ik opnieuw aangetrokken door deze landbouwgemeenschappen en gehanteerde methoden en visie. We werkten enkele jaren intensief samen en ik leerde veel uit deze contacten.

Na enkele jaren waarin ik veel reisde, o.a. met de fiets, ben ik in een job in de windenergiesector gerold waarin ik nu al meer dan 10 jaar werkzaam ben. De drang om toch iets met landbouw te doen bleef echter en werd gaandeweg sterker. De opleiding van Landwijzer had ik al enkele jaren in het vizier maar pas midden 2020 zette ik ook effectief de stap. Het gevoel dat we als samenleving het stuur stevig moeten omgooien en mijn eigen behoefte om opnieuw -of echt meer- met, in en voor de natuur bezig te zijn, trokken me over de streep.

Tijdens dit traject beoog ik met zoveel mogelijk takken van de landbouw in aanraking te komen. Na een eerste drie maanden op de Speiboerderij waar ik meehielp in de dagelijkse verzorging van de geiten en een lammerperiode meemaakte, ben ik ondertussen gestart op de plukboerderij Grondig. Boer(in)en Benny, Elise en Koen (die allen ook het leertraject bij Landwijzer volgden -nvdr-) zijn deze boerderij die bestaat uit een combinatie van CSA-zelfpluk en verkoop van fruit per gewicht, net aan het opstarten. Hun eerste seizoen start effectief op 1 april 2021.

Tijdens een van de eerste lessen van Landwijzer kregen we de opdracht het kiemproces van een aantal zaden van dag tot dag op te volgen en grondig te bestuderen. Het kiemproces  beschrijft mooi mijn gevoel bij mijn stage op Grondig. Ik maak nu ten volle het ‘kiemproces’ van de boerderij mee: het ontspruiten van een nieuwe boerderijgemeenschap waarin alles langzaam vorm krijgt. Van de structuren op het eerst zo naakte veld tot de structuren van de samenwerking tussen de boeren en de gemeenschap.

Zaden bevatten een enorme hoeveelheid energie die tijdens het kiemproces de jonge scheuten op weg helpen. Eens de eerste wortels gevormd zijn moet de energie uit de omringende omgeving komen en moeten de externe factoren goed in de gaten gehouden worden en waar nodig bijgestuurd. Zo ook met de jonge boerderij. Je dient als landbouwer bij de oprichting met zoveel externe factoren rekening te houden, denk bijvoorbeeld aan de grondprijzen (quasi onbetaalbaar hier) en de complexe en weinig flexibele wet- en regelgeving die het voor nieuwe initiatieven geïnspireerd door maatschappelijke verandering bijzonder moeilijk maakt om wortel te schieten. Bijna wekelijks moet de berg van de administratieve rompslomp en bijhorende archivering overwonnen worden. Verder is er ook het verkrijgen van eerlijke prijzen voor je producten en daar vlot en duidelijk over communiceren, de risico’s verbonden aan klimaatverandering als snel afwisselende droogte en overvloedige regens… Je moet als ‘ontkiemende boerderij’ zeer veel intrinsieke motivatie én energie hebben om ‘jouw scheut’ te laten uitgroeien tot een volwaardige, florerende plant.

Ik heb nog geen idee waar deze opleiding mij zal brengen of wat ik er effectief mee ga doen. In mijn hoofd zijn er sinds de start van de opleiding in september al verschillende dromen en ideeën de revue gepasseerd: van een CSA-project op een mooie plek waar het ‘belevingsaspect’ ook een plaats krijgt, over agroforestry tot een rewilding project waarin de natuurwaarde gecombineerd wordt met extensieve veeteelt.  Maar ik ben een reiziger. Ik bewandel graag nieuwe paden en hoop dit ook volop te doen binnen de opleiding. Van overal waar ik geweest ben neem ik de kennis mee als de zaadjes voor iets nieuws op een andere locatie. De reis op zich is even belangrijk als het ‘aankomen’. Ik droom van een leven waarin ik mijn eigen kinderen ook dat (beetje nostalgische) gemeenschapsgevoel kan meegeven dat ik had op de boerderij van mijn grootouders . Deze ambitie, geruggesteund door het realisme uit de Landwijzeropleiding en ervaringen uit de verschillende stages, zal me zeker al een eind op weg helpen

Foto's en tekst: Majo Vanderhispallie
Majo volgt het
leertraject biologische en biodynamische landbouw in Gent. Voor meer info over de opleiding, neem een kijkje op https://www.landwijzer.be/leertraject

Naar overzicht nieuwsbrief maart 2021