Pioniers, ervaren boeren en starters verzamelen voor BD-zomerschool 2022

Tijdens het weekend van 24 en 25 september vond voor de zesde keer de BD-Zomerschool plaats op biologisch-dynamische boerderij De Kollebloem in Sint-Lievens-Esse. Lisa Philips was er ook bij en maakte een uitgebreid verslag voor onze nieuwsbrief.

Experten op vlak van geboorte en nieuw leven

De jaarlijkse zomerschool is naar goede gewoonte een plek waar zowel pioniers, ervaren boeren en boeren-in-de startblokken, zoals ikzelf, elkaar ontmoeten om onze kennis te verdiepen en ervaringen uit te wisselen. Met een vijftiental boeren gingen we in gesprek over tal van onderwerpen die aansluiten bij het centrale thema van de Zomerschool. Dit jaar was dat thema Renaissance, wedergeboorte. Als BD-boer kom je dagelijks in aanraking met de verschillende levenscycli, wat ons experten maakt op vlak van geboorte en nieuw leven, telkens opnieuw. Als beginnende BD-boer en jonge mama
voelde ik me daarom – voor het tweede jaar op rij – helemaal thuiskomen in de yurt van De Kollebloem, die onderdak bood aan onze verbindende gesprekken.

We brachten allemaal een product van onze respectievelijke bedrijven mee, iets waar we trots op zijn, om elkaar beter te leren kennen. Een crottin van geitenkaas, venkel in bloei, zelfgemaakte ketchup, walnoten, een verschrompelde koolrabi en juffertjes in ‘t groen werden één voor één opgevoerd als helden van ons boerenverhaal. Wat een ontroerende en inspirerende manier om elkaar beter te leren kennen. De toon werd met deze voorstelling meteen gezet: stuk voor stuk brachten we een product mee dat bulkt van kwaliteit; dat is wat ons onderscheidt als bio- en BD-boeren. En trots zijn we met recht en rede. Want dagelijks zetten we ons in om zorg te dragen voor de bodem, onze producten en daarmee ook de mensen rondom ons – dat zijn ook onze klanten – door kwalitatief voedsel te blijven produceren in een wereld waarin dat helaas niet meer de maatstaf is. Maar we zijn samengekomen om elkaar te vinden in kracht en enthousiasme voor het vak en niet om te zeuren. Dus vlogen we erin met een aantal thema’s die ons vandaag zo bezig houden. 

Ons voedselverhaal terug van ons maken

Die thema’s werden dit jaar aangereikt door enkele Nederlandse sprekers, pioniers in hun vak, die hun kennis kwamen delen. Zo begonnen we de zaterdagochtend met een presentatie van Theo Boon, directeur van de afzetcoöperatie Odin. Het afzet- en prijsvraagstuk is actueler dan ooit. Samen met Theo gingen we dieper in op de economie van het bioproduct en koppelden we terug naar onze eigen ervaringen. Hoe is de afzet op onze bedrijven geregeld? Hoe bepalen wij onze prijs? Hoe geven we kwaliteit mee aan de klant? Geen eenvoudige vragen die de gemoederen dan ook niet onbewogen lieten. De rest van de voormiddag gingen we in kleine groepjes met elkaar in debat over het economische luik van onze bedrijven aan de hand van de praktijkvoorbeelden van De Kollebloem, De Molenkouter en het platform van Linked Farm. In mijn notities staat één zin uitbundig omcirkeld, nl. ons voedselverhaal terug van ons maken. En laat dat net zijn waar het schoentje vandaag knelt, maar ook net de reden waarom wij doen wat we doen. Die blijvende inzet, die doortastendheid van mijn ervaren collega’s is waar ik mij aan optrek: het kan wel!

Anna van Oostwaard heeft stilaan haar vaste rubriek tijdens de Zomerschool. Als BD-pionier op rust gingen we met haar het veld op om enkele gewassen waar te nemen, een oefening in fenomenologie. Dit jaar was de hoofdvraag bij het waarnemen: hoe voedt dit gewas ons? Prei, knolselderij en sla waren onze studieobjecten. Het is magisch wat gewassen ons vertellen wanneer we écht kijken en ons met onze volle intentie op hen richten. In contact staan met de levenskrachten van planten is een ervaring die ik iedereen – met evenveel uitbundige omcirkeling – wil aanraden. Als boeren kennen we onze gewassen het beste, we zijn tenslotte een heel jaar bezig met hen, van zaad tot oogst – of terug tot zaad – maar iedereen eet. Allemaal doen we ons dagelijks te goed aan
meerdere groenten en andere planten. Hen leren kennen zorgt voor respect en – daar zijn we weer – aandacht voor hun kwaliteit. Wat Anna ons leert is voor mij één op één met de woorden van Steiner, nl. mens worden aan de landbouw. In de avond werden we nog verwend met een lezing van Koen
Dhoore, hoofddocent bij Landwijzer, over de wording van de wereld, met specifieke aandacht voor het dier in de landbouw. 

Vervuld met liefde voor het landbouwmetier

Traditioneel zingen we de zondag in op het veld en vullen we koehoorns met mest voor het hoornmest-preparaat met Antoine van De Kollebloem. Het ingraven van het mestpreparaat is immers aan de orde met Sint-Michiel. Ik kan je verzekeren dat er niets gezelliger is dan in de ochtendzon van een frisse zondagmorgen rond een dampende emmer koemest de gesprekken terug op gang te laten komen. En zo werd het sneller dan verwacht (en gewenst) tijd voor de laatste spreker van dit weekend.

Tom Saat, bioboer op de Flevopolder, kwam toelichting geven bij het huidige klimaatprobleem en het Nederlandse stikstofdebat vanuit zijn ervaring als akkerbouwer en veehouder. Ook hij gaf specifieke aandacht aan de positie van het dier, met name de koe, in het huidige landbouwsysteem en de landbouw van de toekomst. Want stikstof en de koe zijn in het fel gemediatiseerde stikstofdebat onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar treft de koe – en de veehouder – wel schuld? En kunnen we wel over stikstof spreken zonder het ook over koolstof te hebben? Sta me toe, lezer van deze nieuwsbrief, om even kort door de bocht te gaan. In essentie is de koe er om mest te produceren om de bodem vruchtbaar te maken en is er dus niet meer van nodig dan dat (en dus ook niet meer vee om die mest te produceren). In die optiek is de BD-visie heel logisch: in een gesloten kringloop extensief vee houden om een stuk land intensief te betelen met wat bestemd is voor menselijke consumptie. En de basis van dat alles is natuurlijk de bodem. In de grond van de zaak is de zin van de biologisch-dynamische landbouw de koolstofmolen van de bodem draaiende houden zodat we blijvend aan landbouw kunnen doen om te voorzien in onze voedselproductie. 
Amen.

Het zag er niet naar uit, maar zondagmiddag kregen we dan toch nog het verwachte Michielszomertje en konden we voor onze laatste gemeenschappelijke maaltijd buiten aanschuiven om een zeer geslaagde editie van de BD-Zomerschool in schoonheid af te sluiten. Ik ging naar huis vervuld met liefde voor het landbouwmetier, met verhalen en inspiratie om nog lang op te teren, met een gevoel van samenhorigheid en gelijkgestemdheid. Onze bedrijven hoeven geen eilandjes te zijn, maar – zoals collega Leen van de Kempische Hoeve zo mooi verwoorde – lichtpuntjes, die samen een sterrenstelsel vormen. Ook dat neem ik mee naar mijn Woeste Grond, waar binnenkort de eerste kroppen geplant worden, waarvan er volgend jaar in september wellicht eentje mee afreist naar De Kollebloem voor een volgende zomerschool.